Trans Siberië Express 1992

Irkutsk - Ulan Bator

Irkutsk
7.815 Km
Irkutsk - 7.815 Km
Sludjanka
7.941 Km
Sludjanka - 7.941 Km
Mysovaya
8.107 Km
Mysovaya - 8.107 Km
Selenga
8.192 Km
Selenga - 8.192 Km
Ulan Ude
8.271 Km
Ulan Ude - 8.271 Km
Gusinoye Ozero
8.418 Km
Gusinoye Ozero - 8.418 Km
Naushki
8.526 Km
Naushki - 8.526 Km
Suche Bator
8.549 Km
Suche Bator - 8.549 Km
Darhan
8.647 Km
Darhan - 8.647 Km
Ulan Bator
8.928 Km
Ulan Bator - 8.928 Km

Kennismaken met onze mede passagiers en de wagon

Eerst maar eens kennis gemaakt met onze Russische coupégenoot. Hij bleek een piloot van de Russische luchtmacht. Hij sprak maar een beetje Engels, dus de gesprekken liepen wat stroef, maar met behulp van de 'Hoe & Wat Russisch' kwamen we er wel uit. Hij kwam uit St. Petersburg en was op weg naar een vriend in Ulan Bator. Hij was tot Irkutsk gevlogen en vandaar verder met de trein want naar Ulan Bator vliegen was te duur. In de coupé naast ons zaten drie Zwitsers. Een man met twee vriendinnen, z'n vrouw en twee kinderen zaten nog in Zwitserland. Z'n vrouw mocht volgend jaar op vakantie en dan zou hij op de kinderen passen. De rest van de wagon bestond verder hoofdzakelijk uit mongolen en een paar russen. We waren wel blij met de rus in onze coupé, hij kwam wel rustig en betrouwbaar over. Want die Mongolen vertrouwden we niet. Iedere keer als ze langs liepen keken ze steeds onze coupé in en ook 'De Pet' toonde grote belangstelling voor ons West-Europeanen. Voor de zekerheid hadden we de koffers met een lange staalkabel en een slot aan elkaar aan de wand van de coupé geketend. Verder zorgden we er zoveel mogelijk voor dat er altijd iemand in de coupé aanwezig was. De mongolen kwamen verder als zeer onbeschoft over, spugen en rochelen op de vloer van de wagon, je moest bijna nog uitkijken dat je niet uitgleed, erg smerig allemaal. We waren nog geen kwartier uit Irkutsk weg of er stonden al twee Mongolen in het gangpad met elkaar te vechten, dat was een hoopgevend begin. De wagon waar wij in zaten was van de Mongoolse spoorwegen, en is gelijk aan zijn Russische soortgenoot. Alleen was deze wat minder onderhouden. Van onze coupé viel constant de deurkruk uit elkaar. Dat had als voordeel dat we de kruk aan de gangzijde 's nachts binnen konden houden zodat er niemand de coupé in kon komen. Verder hadden we ook geen gordijn meer voor het raam. Een aantal coupés verderop viel constant de deur uit zijn rails en die hing dan scheef in het gangpad. Ook de deur naar het balkon aan het andere einde van de wagon hing scheef in z'n scharnieren. In het midden van de wagon zat een kapotte ruit en de ruiten in de deuren tussen de wagons waren helemaal verdwenen. Van een andere coupé was de deur of het slot kapot. Deze werd door de forse en stevige wagonstewardess 'vakkundig' gerepareerd met een grote tak die ze ergens bij een station langs de rails zag liggen. Met veel lawaai en getimmer werd het geheel toen gerepareerd. Bij onze Zwitserse buren wilde de deur ook niet op slot. Daar bracht een blokje hout, wat tussen de kruk en het slot werd gezet, uitkomst. Dat blokje hadden wij eerst, want de onze wilde ook niet op slot, maar wij hadden tenslotte onze afneembare deurkruk en hadden dat blokje dus niet meer nodig. Hadden we in de Russische treinen nog kleden op de vloer en op de tafeltjes en gordijnen voor de ramen, hier was van dat alles niets meer aanwezig. Een kale boel dus. Wat een zootje in deze trein, maar op zich toch ook wel weer een aparte ervaring. Het toilet viel wat dat betreft nog wel mee, niet blinkend schoon, maar lang niet zo'n vies stinkhok als in de trein naar Moskou. Deze trein had verder ook geen restauratie rijtuig en dat zou tot Ulan Bator zo blijven.

Een koude nacht met Mongools gezang

Het schitterende landschap waar we doorheen rijden met op de achtergrond het Chamar-Daban gebergteHet schitterende landschap waar we doorheen rijden met op de achtergrond het Chamar-Daban gebergte
Maar al deze treurige zaken werden weer goed gemaakt door het landschap waar de trein doorheen gaat. Tamelijk bergachtig terrein waar we al slingerend doorheen rijden. Met in het begin vaak uitzicht over het Baikalmeer waar we vlak langs rijden, schitterende uitzichten zo af en toe. Om een uur of elf, half twaalf zijn we naar bed gegaan. Omdat het zo verschrikkelijk warm was hebben we het raam maar een stukje open laten staan. Dat was, naar later bleek, een minder goed idee. Eerst maar eens geprobeerd om een gordijn te maken om het ochtendgloren wat uit te kunnen stellen. Hiervoor hebben we een deken gebruikt die we tussen de plank, waar het originele gordijn aan hoorde, en de wand klemden. Hij bleef wonderwel nog hangen ook. Omdat we geen kussens hadden had ik mijn matras met een oud en gescheurd hoeslaken wat opgerold en lag ik dus half op het matras en half op de bank. Ook de lakens waren niet zoals we gewend zijn, veel te kort en veel te breed. Een kwart slag draaien bracht ook geen uitkomst, je kon er niet helemaal onder, tenzij je je helemaal opvouwde. Een deken had ik ook niet, want die hing voor het raam. Die was ook niet echt nodig want het was erg warm. In de loop van de nacht werd ik echter wel wakker van de kou. Er was geen verwarming en met het raam een stukje open kwam er ook aardig wat kou naar binnen. Al die wind waaide achter langs de deken en aan de onderkant aangekomen over mij heen. Ik had het hierdoor behoorlijk koud gekregen. Het raam sluiten ging niet omdat die deken er voor hing. Van pure ellende toen m'n kleren maar weer aan gedaan. Veel hielp dat niet tegen de over m'n hoofd waaiende wind. Tenslotte ben ik maar helemaal in elkaar gedoken onder dat veel te kleine laken gaan liggen. Tot overmaat van ramp begonnen ook nog, midden in de nacht, een aantal Mongolen in de wagon te zingen. Het leek wel een koor wat een soort van Mongoolse volksliedjes zong en dat in het holst van de nacht. Deze nacht heb ik dus niet zo best geslapen.

Grenspassage Rusland - Mongolië

We rijden langs kleine afgelegen dorpjesWe rijden langs kleine afgelegen dorpjes
De volgende ochtend als eerste maar een stevige bak koffie genomen om bij te komen van de nacht. We rijden door heuvelachtig landschap bij het Goose meer en de Selenga rivier. Daar we in een stoptrein zitten wordt er werkelijk bij ieder gat gestopt. Soms zelfs bij stationnetjes waarbij we verder in de wijde omtrek geen andere gebouwen konden ontdekken. We rijden in de richting van de grens met Mongolië. Onderwijl beginnen de Russische en Mongoolse passagiers allerlei grote en kleine tassen en grote pakken door het gangpad te slepen. Deze zitten waarschijnlijk vol met smokkelwaar want ook onze Russische piloot vroeg of wij voor hem wat sloffen sigaretten in onze tassen wilden doen. Want hij had er meer bij zich dan hij mocht meenemen. Daar zijn we toch maar niet aan begonnen. Vervolgens verstopte hij ze maar onder zijn matras en dekens die hij in een hoek op zijn bed had gelegd. Ook wilden 'De Pet' en andere passagiers tassen en dergelijke in onze coupé kwijt omdat ze weten dat coupés met toeristen minder uitgebreid worden doorzocht door de douane. Maar al deze spullen wensten we niet in onze coupé, dus hebben we dat er direct weer uitgezet.
Aankomst in Naushki, de laatste plaats in Rusland voor we in Mongolië zijnAankomst in Naushki, de laatste plaats in Rusland voor we in Mongolië zijn
Na zo nog een paar uur door het hier werkelijk schitterende landschap te zijn gereden, met vele stops, komen we rond half twee in de middag bij de plaats Naushki. Dit is de Russische grensplaats aan de grens met Mongolië. Hier kregen we de douaneformulieren uitgereikt en hebben we deze ingevuld. Vervolgens werden we een aantal malen langs het station heen en weer gerangeerd. Twee en een half uur later stonden we er nog steeds zonder dat er van wezenlijke douaneaktiviteiten sprake was. Maar even na vier uur begint er dan toch wat aktie te komen. De paspoorten en visa worden opgehaald, gelijk wordt ook nog de halve wagon gesloopt op zoek naar smokkelwaar waarvan ze, althans in onze wagon, niets vinden. Hierbij worden zelfs delen van het plafond en de wand verwijderd om te zien of er niets achter is verstopt.
Voor wat frisse lucht hadden we de ramen wijd open gezet want het was behoorlijk warm. Dit had tot gevolg dat er allerlei vliegen naar binnen kwamen. Mijn puzzelboek leek me wel het juiste wapen om deze beesten mee te lijf te gaan. Onderwijl zat 'De Pet' op z'n stoeltje in het gangpad weer eens geïnteresseerd onze coupé in te staren. Terwijl hij daar zo zat kreeg hij m'n puzzelboek in het oog waarvan de voorkant werd gesierd door een foto van een meisje in badpak. Toen hij dat zag was hij direkt zeer geïnteresseerd in het boekje en wilde hij het bekijken. Dat mocht wel, hij dacht zeker dat het de Playboy was, maar het zal hem wel tegengevallen zijn dat er verder geen schaars geklede dames in stonden, maar enkel puzzels. Ik kreeg het dan ook vrij snel weer van hem terug.
Even later kwam de douane weer en werd de trein opnieuw doorzocht. We hoorden ze zelfs over het dak lopen en ook buiten werd met honden langs en onder de trein gezocht naar mogelijke verdachte zaken. Ook onze coupé werd nu aan een onderzoek onderworpen. Maar na ongeveer een halve minuut waren ze alweer verdwenen, ze hadden niets gevonden. Ook onze passen kregen we weer terug. Het visum kregen we niet meer terug. Ook de douaneformulieren werden even later opgehaald. Inmiddels staan we al meer dan vier uur stil. Als het aan de Mongoolse kant van de grens ook allemaal zo lang duurt kunnen we onze lol nog op. Tijdens deze douanecontrole wordt er een Mongool met een grote sporttas, waarschijnlijk vol met smokkelwaar, uit de trein gezet en wordt hij naar een gebouwtje van de douane op het perron gebracht. Eindelijk om kwart voor zes, na een stop van ruim vier uur komt er weer beweging in de trein. Heel langzaam rijdt deze in de richting van Mongolië. Aan beide zijden van de spoorlijn staan hekken onder hoogspanning en daarachter liggen rollen prikkeldraad. Hier en daar in het landschap staan wachttorens met bewapende grenswachten. Ook voorop de lokomotief staan gewapende grenswachten, die met hun wapens in de aanslag langs de trein heen naar achteren kijken. Langzaam rijden we tussen het prikkeldraad door wat zo af en toe is vervangen door dichte stekelige struiken. Doordat we zo langzaam gaan komen we pas om twintig over zeven in Suche Bator aan, wat op zo'n 25 km. van Naushki ligt. We zijn nu in Mongolië.
In Suche Bator, de eerste plaats Mongolië worden we opgewacht door jongetjes die ons van alles proberen te verkopenIn Suche Bator, de eerste plaats Mongolië worden we opgewacht door jongetjes die ons van alles proberen te verkopen
Ook in Suche Bator komt er weer douane aan boord. Eerst moesten we een briefje invullen met paspoortnummer en naam. Even later werd dit weer opgehaald door een Mongoolse schone welke tevens onze paspoorten controleerde. Dit was, na later bleek, de volledige Mongoolse grenscontrole. Dat viel in ieder geval enorm mee. De douane kwam bij ons vriendelijk en correct over. Onderwijl stroomde de trein vol met kleine Mongooltjes welke lokale en nationale produkten probeerden te verkopen. Na een tijdje vertrokken we weer, alle grensformaliteiten hadden bij elkaar ruim zeven en een half uur in beslag genomen. We zetten nu koers naar Ulan Bator, de hoofdstad van Mongolië, en van Suche Bator nog 480 km rijden is. We hebben nog even met onze Zwitserse buurman gepraat. Hij en zijn twee vriendinnen gingen ook naar Ulan Bator en donderdag, met dezelfde trein als wij en de andere vier Nederlanders, naar Peking. Vervolgens geprobeerd weer te gaan slapen. Inmiddels had ik een deken bij de Rus vandaan gehaald, want hij beschikte er over twee, één als kussen en de andere als deken. We hebben het raam maar dicht gelaten na de minder prettige ervaring van de vorige nacht.

Aankomst in Ulan Bator

De volgende dag werden we tegen zessen luidruchtig gewekt. Opstaan, we zijn bijna in Ulan Bator. Aangekleed en onze spullen bij elkaar gezocht. Even later komt er een stad in zicht, dat zal Ulan Bator dan wel zijn. Veel flats, allemaal gelijk en even fantasieloos als in Rusland. Ook hier overal veel troep langs de spoorlijn. Tegen half zeven komen we op het station aan. Waar al iemand ons stond op te wachten. We werden door onze gids en een chauffeur naar hotel Bayangol gebracht. De gids stelde zichzelf en de chauffeur aan ons voor met hun Mongoolse namen. Voor ons niet te onthouden, maar de Engelse versie van zijn naam was Tom en dat was iets gemakkelijker. Het hotel zag er zo op het eerste gezicht goed uit. Het bleek dat het gedeeltelijk was gerenoveerd en men was nog bezig met het andere deel. We kregen twee kamers, want drie persoons kamers hebben ze niet. We zaten op de elfde verdieping en hadden vanuit de kamer een mooi uitzicht over de stad. Het waren mooie kamers, een stuk beter dan die in Rusland. Na ons omgekleed en opgefrist te hebben zijn we naar beneden gegaan voor het ontbijt, samen met de gids. We hebben toen het programma voor de komende dagen doorgesproken. Het ontbijt was in ieder geval goed, stukken beter dan we in Rusland gewend waren. Na het eten zei de gids dat hij wel voor Mongools geld zou zorgen en we hebben afgesproken elkaar om 10 uur in de hal weer te treffen.